maandag 15 april 2013

Jij bent niet goed voor mij.


Jij bent niet goed voor mij.  
Met je krachtige woorden zit je om me heen, je bent overal waar ik ben. Ik zie je overal, ik voel je overal, alles ben jij . Het ging je zo eenvoudig en geleidelijk af - je hebt me van alle kanten, je hebt mijn alles, je hebt al mijn onderdelen -  je hebt mijn wil, mijn verlangen en mijn zin.
Alleen een enkeling, individu, schepsel, sterveling, persoon, figuur en type  als jij kan mij uitvogelen. Je boort door me heen, je gaat dwars door me heen, donders snel en hard. Het gaat je zo moeiteloos af. Je zit in me, ik adem je in en uit.  Hoe erg ik je ook weg duw, onhandelbaar. Wat ik ook doe hoe erg ik je duw of van me los trek , je komt dichter bij me op alle fronten. Je geeft me die zekerheid, die vastheid en die veiligheid die ik indirect en onbewust overal en altijd heb gezocht. Je karaktertrekken, wanneer je me wilt en nodig hebt maken mij blijhartig. Jouw eigenschappen maken mij opgewekt en levendig als een onbekende en niet bestaande bloem die in de ijskoude winter groeit.
Bij alles wat je doet onbewust en gedachteloos , trek je me hard naar je toe - onwetend wat je met me doet . Je hebt me zwak laten exploderen, dingen los gemaakt die je in je handen hebt en niet meer vast kan maken. Ik geef me over, je hebt me en hard ook. Ik  besef me dat ons zielen zich hebben gemengd, alleen mensen die me aanvoelen en begrijpen weten wat ik bedoel. 
Hoe we ook ons eigenheid hebben, zo in een en samenhangend - worden we graag gezien . We houden ons dingen niet bescheiden beperkt, en vooral niet kort en simpel.   Samen, ineen - gaan wij liever te ver, de dramatische, overdreven  en verrassende weg. We dikken alles aan, we blazen alles op, laat ons maar uitblinken en pronken met ons liefde - ze mogen ons zien, we laten ons zien.

Aantrekken. Verliefd. Afstoten.


Sorry. Het spijt me. Het ligt niet aan jou, maar aan mij. Ik kan niet meer. Ik wil je geen pijn doen. Zo beindig ik het. Maar laat ik eens eerlijk en alles opbiechten. Het zijn allemaal leugens, leugens en nog eens vieze vuile harde leugens. Ik wil je wel pijn doen, ik kan nog wel en het ligt wel aan jou - boven al het spijt me niet en het doet me echt niks. 

Ik ben de type die niet gemaakt is voor relaties, omdat er once upon a time iemand was - een jongen. Die jongen heeft me gebroken en me liters tranen laten huilen. Sindsdien geef ik me nooit meer helemaal aan iemand. Jaja, boohoo bad story denk je nu. Nu ben ik het als een spel gaan zien. Hoe snel kan ik iemand kapot maken? In het begin had ik het zelf niet door, maar nu kan ik er niet meer vanaf hoe graag ik het wil. Zie je alweer een leugen. Nee ik wil er helemaal niet van af, ik geniet ervan. Ik heb een soort van verslaving waar geen afkickkliniek voor is. En neem tussenwegjes, en kom er toch wel mee weg. Ja ik weet dat er ooit een dag komt dat mijn tussenwegjes dood lopen.
Nu je bezig bent met dit verhaal lezen, denk je wat een ziek persoon is zij. Oordeel nooit over iemand waarvan je het verhaal niet van weet, nooit. Maar zelfs als je het verhaal zou weten, zou je me alsnog ziek vinden.  Ik ben zo, ik voel me zo, dit is ik. Zelfbescherming.
Aantrekken, verliefd , afstoten. Ik wil je graag, ik wil je, echt waar. Ik laat het je niet zien of merken maar ik wil het wel. En ik denk dat jij het ook door hebt. Je begint aan me te wennen, je begint iets voor me te voelen. Je dacht echt dat dit een grap was he? Ik pak je mentaal net als een slang die je wurgt. Ik pak je zo hard mentaal dat je niet los kan laten. Je raakt gewend aan mijn geur, mijn woorden en mijn stem. Fysiek geef ik niks van mezelf. Want nee zo ben ik niet, en dat juist is wat jou het meeste aantrekt. Je wacht er op, je denkt dat jij die gene kan zijn? Je bent in de wolken, ik voel het. je zweeft en denkt voor altijd daar boven te zijn. Ik geef je de tijd en de rust, geniet van je gevoel. Zweef en leef. Voor eventjes dan. Ik laat je los, het wordt me te serieus. Ik ben bang dat ik ook gehecht raak aan jou. Ik laat je los, ik laat je vallen, hard op de grond. Sorry het spijt me. Leugen. Het lijkt net een film, alleen ben ik de slechterik. Je ogen worden groter en groter wanneer ik je vertel dat ik door ga met mijn leven zonder jou, je bent stil maar je ogen schreeuwen. Je kijkt me aan alsof ik je heb bedrogen, alsof ik van je heb gestolen, je kijkt me aan alsof ik iemand vermoord heb. Jij had plannen, jij zag het als een eeuwigheid, jij had alles al opgegeven voor mij. Ik blijf naar je kijken, je doet raar, je laat emotie zien die ik nooit eerder bij je gezien heb. Woedend maar gevoelig, tranen stromen over je wang. Ik weet dat het voor jou veel betekende, Machtig voel ik me, ik voel me goed. Het gevoel dat ik niet gekwetst bent,  alweer niet, niet weer. Ook al weet ik dat ik jouw wereld ben kan jij nooit de mijne zijn. Ik-vorm dat is waar ik voor sta, wij-vorm zit niet in mij. 
In de wolken ben ik dan uiteindelijk, in een ik-vorm - als een individueel.

‘I love you’ was nooit gemeend, en ’ forever’ bestaat niet.


Ik word wakker met een fel zonlicht op mijn gezicht. Het is nog maar kwart voor tien,  heb maar eventjes geslapen. Gister heb alweer niet slapen omdat ik me gedachten niet onder controle had, alweer niet.  Na een half uurtje van balen verlaat ik mijn bed en beloof ik mezelf dat dit mijn laatste slapeloze nacht wordt wat door jou komt.  Ik kleed me even om op mijn allerbest - voor het geval dat ik jou tegen kom, ik doe niet te veel make up op - want daar hou jij niet van. Shit, ik betrap mezelf er weer op dat ik weer te veel aan jou denk. Ik verlaat het huis zonder iets tegen mama te zeggen, ik wil gewoon weg zonder iemand, helemaal in me eentje. Ik wil het vandaag afsluiten, voorgoed. Just me, myself, and I maar dan ook letterlijk, ik heb geen behoefte aan anderen om me heen op dit moment - behalve mijn grote liefde die mij nooit in de steek laat, genaamd muziek.  Ik loop naar de plek die mij het meest rust gevend gevoel geeft, gaf.
 Met mijn oortjes in, onderweg naar de plek zie ik mensen om me heen, het lijkt net of iedereen in slowmotion is, zo raar dat het leven gewoon door gaat voor hun, terwijl voor mij het adem halen is gestopt – tenminste zo voelt het.  Me hele wereld zit eventjes  op zijn kop, ik ben helemaal in de war. Dit is toch niks voor mij? Niks voor mij om hier mee te zitten. Meeste meisjes huilen alles weg, maar ik lach altijd alles weg. Maar dit keer is anders, ik hoor gewoon nu bij ‘de meeste meisjes’. Ik wil niet zoals zij zijn. Ik haat dit gevoel. Ik heb nooit mezelf zo gezien - alleen wil ik geen slachtoffer rol spelen door zelfmedelijden te hebben. Ik  ben nog steeds onderweg ik zie blikken die mij zien, maar niet gezien worden door mij - raar hoe ik dit gevoel uit kan leggen. Ik hoor mensen om me heen, stemmen die ik niet wil horen - gesprekken die ik mee krijg maar ik wil het helemaal niet horen. Ik sluit mezelf helemaal af,  doe mijn  oortjes weer in en loop  door met de wind door me haren, en de felle zon die nog steeds  in me ogen schijnt. Met jouw woorden in mijn achterhoofd, je vond me schattig wanneer ik de zon inkeek - jij vond me volmaakt terwijl ik op mijn lelijkst was. jij vond me volmaakt toen niemand anders iets in me zag. maar nu kijk je me aan alsof ik nooit iets betekent heb voor je. 
Aangekomen bij de plek ga ik zitten, voor eventjes haal ik mijn oortjes eruit - ik kijk om me heen.. Een groep meisjes komen voorbij lopen, ik hoor ze over me praten, is dit hun bedoeling of denken ze echt dat ik ze niet hoor? Ik negeer ze volkomen, ik sta boven hun. Waarom denken mensen altijd dat ik het onserieuze meisje ben waarbij je alles tegen kan zeggen, ookal zijn het harde dingen. Misschien lach ik veel dingen weg, misschien doe ik alsof het me niks doet,  ookal schreeuw ik van binnen. Een stille schreeuw die eruit wil komen en gehoord wil worden, maar zich inhoud. Alles opkroppen daar ben ik goed in, weglopen voor mijn problemen, weglopen voor mensen die het meest voor me over hebben. Na een paar arrogante blikken lopen de meisjes door, ik hou me nog steeds in en doe alsof ze niet bestaan. Ik doe mijn muziek weer aan, alleen deze keer op het allerhardst,  zo zit ik helemaal in me eigen wereldje.
De plek. De plek die me het meest doet denken aan jou. Je bent er niet bij - maar ik voel me wel dichtbij jou. Hier hadden we de mooiste gesprekken, de mooiste herinneringen, de mooiste stilte momenten, de mooiste. Ik zou je nog zoveel willen geven, zoveel willen vertellen. Jij was de eerste waar ik iets aan vertelde, je luisterde oprecht naar me.  Jij was mijn wereld. En nu  ben je er gewoon niet meer. Het felle zonlicht wat meteen weer in mijn ogen schijnt verblindt me even weer. Ik zie je weer helemaal voor me, de contouren van jouw gezicht. Alles komt naar boven, de woorden die je zei, de blikken die je altijd had, hoe je altijd keek als je zogenaamd boos was. Alles gaat door me heen, jij was zo perfect voor mij, precies wat ik wou. Die dingen waren het eerste wat weer na maanden na boven kwamen, de  kleine dingetjes wat we altijd samen deden, de kleine dingetjes die wij allen snapten, de kleine dingetjes waar alleen wij om lachten. Flashbacks komen en gaan, het doet me echt pijn. Het is moeilijk voor mij om te zeggen dat iets me pijn doet, het liefst word ik boos in plaats van dat te zegen.  Vooral omdat ik weet dat jij er niet meer aan denkt. Ik haat jou niet en ik neem je niks kwalijk ookal wil ik  niet  meer tegen jou praten, ik wil geen vrienden blijven. Ik wil jou niet pijn doen, ik wil jou niks aan doen. Alleen ik hoef jou ook niet te zien, ik hoef jou stem niet te horen. Omdat al die dingen alleen maar pijn doen, raar dat mooie herinneren juist mijn zwakte worden . Op jou wachten doe ik al niet meer, ik ga verder en nu voorgoed. Ik ga niet voor je vechten, ik ga niet achter je aan, ik doe niks voor je. Ben alleen boos, boos op mezelf. Waarom heb ik het zo ver laten komen?
 Ik verlaat vanaf nu ons plek, het doet me niet veel meer.  Ik verlaat het en kijk er nooit meer na terug.    Ik word weer het onserieuze  meisje, me gevoelens negeer ik weer en ik  lach alles gewoon weer weg. Mij zal je nooit meer zo hard zien vallen

 ‘I love you’  was nooit gemeend, en ’ forever’  bestaat niet. 

Iedereen is maar een vreemde



Het draait, het draait, het gaat heen en weer,  van links naar rechts, van boven naar benden, Een beschrijving van van mijn wereld op dit moment. De woorden glijden zo makkelijk over je tong alsof het niks is. Een zwart gat is waar ik op dit moment in raak, het slikt me in. Jouw stem wordt vager totdat ik niks hoor. Ik draai me om wat ik al eerder had moeten doen, weg van jou.  Je schreeuwt om een vaarwel kus, hoe kan ik je dat geven als jij dat al gedaan hebt op de lippen van iemand anders. Tegen de wind in, hopen dat me het me ergens mee naar toe sleurt.  De woorden van me moeder kwamen naar boven, zij die zei iedereen is maar een vreemde. Ze had gelijk, niemand geeft echt oprecht een eeuwigheid om je. 
Iedereen is een vreemde.