Ik word wakker met een fel zonlicht op mijn gezicht. Het is nog maar kwart voor tien, heb maar eventjes geslapen. Gister heb alweer niet slapen omdat ik me gedachten niet onder controle had, alweer niet. Na een half uurtje van balen verlaat ik mijn bed en beloof ik mezelf dat dit mijn laatste slapeloze nacht wordt wat door jou komt. Ik kleed me even om op mijn allerbest - voor het geval dat ik jou tegen kom, ik doe niet te veel make up op - want daar hou jij niet van. Shit, ik betrap mezelf er weer op dat ik weer te veel aan jou denk. Ik verlaat het huis zonder iets tegen mama te zeggen, ik wil gewoon weg zonder iemand, helemaal in me eentje. Ik wil het vandaag afsluiten, voorgoed. Just me, myself, and I maar dan ook letterlijk, ik heb geen behoefte aan anderen om me heen op dit moment - behalve mijn grote liefde die mij nooit in de steek laat, genaamd muziek. Ik loop naar de plek die mij het meest rust gevend gevoel geeft, gaf.
Met mijn oortjes in, onderweg naar de plek zie ik mensen om me heen, het lijkt net of iedereen in slowmotion is, zo raar dat het leven gewoon door gaat voor hun, terwijl voor mij het adem halen is gestopt – tenminste zo voelt het. Me hele wereld zit eventjes op zijn kop, ik ben helemaal in de war. Dit is toch niks voor mij? Niks voor mij om hier mee te zitten. Meeste meisjes huilen alles weg, maar ik lach altijd alles weg. Maar dit keer is anders, ik hoor gewoon nu bij ‘de meeste meisjes’. Ik wil niet zoals zij zijn. Ik haat dit gevoel. Ik heb nooit mezelf zo gezien - alleen wil ik geen slachtoffer rol spelen door zelfmedelijden te hebben. Ik ben nog steeds onderweg ik zie blikken die mij zien, maar niet gezien worden door mij - raar hoe ik dit gevoel uit kan leggen. Ik hoor mensen om me heen, stemmen die ik niet wil horen - gesprekken die ik mee krijg maar ik wil het helemaal niet horen. Ik sluit mezelf helemaal af, doe mijn oortjes weer in en loop door met de wind door me haren, en de felle zon die nog steeds in me ogen schijnt. Met jouw woorden in mijn achterhoofd, je vond me schattig wanneer ik de zon inkeek - jij vond me volmaakt terwijl ik op mijn lelijkst was. jij vond me volmaakt toen niemand anders iets in me zag. maar nu kijk je me aan alsof ik nooit iets betekent heb voor je.
Aangekomen bij de plek ga ik zitten, voor eventjes haal ik mijn oortjes eruit - ik kijk om me heen.. Een groep meisjes komen voorbij lopen, ik hoor ze over me praten, is dit hun bedoeling of denken ze echt dat ik ze niet hoor? Ik negeer ze volkomen, ik sta boven hun. Waarom denken mensen altijd dat ik het onserieuze meisje ben waarbij je alles tegen kan zeggen, ookal zijn het harde dingen. Misschien lach ik veel dingen weg, misschien doe ik alsof het me niks doet, ookal schreeuw ik van binnen. Een stille schreeuw die eruit wil komen en gehoord wil worden, maar zich inhoud. Alles opkroppen daar ben ik goed in, weglopen voor mijn problemen, weglopen voor mensen die het meest voor me over hebben. Na een paar arrogante blikken lopen de meisjes door, ik hou me nog steeds in en doe alsof ze niet bestaan. Ik doe mijn muziek weer aan, alleen deze keer op het allerhardst, zo zit ik helemaal in me eigen wereldje.
De plek. De plek die me het meest doet denken aan jou. Je bent er niet bij - maar ik voel me wel dichtbij jou. Hier hadden we de mooiste gesprekken, de mooiste herinneringen, de mooiste stilte momenten, de mooiste. Ik zou je nog zoveel willen geven, zoveel willen vertellen. Jij was de eerste waar ik iets aan vertelde, je luisterde oprecht naar me. Jij was mijn wereld. En nu ben je er gewoon niet meer. Het felle zonlicht wat meteen weer in mijn ogen schijnt verblindt me even weer. Ik zie je weer helemaal voor me, de contouren van jouw gezicht. Alles komt naar boven, de woorden die je zei, de blikken die je altijd had, hoe je altijd keek als je zogenaamd boos was. Alles gaat door me heen, jij was zo perfect voor mij, precies wat ik wou. Die dingen waren het eerste wat weer na maanden na boven kwamen, de kleine dingetjes wat we altijd samen deden, de kleine dingetjes die wij allen snapten, de kleine dingetjes waar alleen wij om lachten. Flashbacks komen en gaan, het doet me echt pijn. Het is moeilijk voor mij om te zeggen dat iets me pijn doet, het liefst word ik boos in plaats van dat te zegen. Vooral omdat ik weet dat jij er niet meer aan denkt. Ik haat jou niet en ik neem je niks kwalijk ookal wil ik niet meer tegen jou praten, ik wil geen vrienden blijven. Ik wil jou niet pijn doen, ik wil jou niks aan doen. Alleen ik hoef jou ook niet te zien, ik hoef jou stem niet te horen. Omdat al die dingen alleen maar pijn doen, raar dat mooie herinneren juist mijn zwakte worden . Op jou wachten doe ik al niet meer, ik ga verder en nu voorgoed. Ik ga niet voor je vechten, ik ga niet achter je aan, ik doe niks voor je. Ben alleen boos, boos op mezelf. Waarom heb ik het zo ver laten komen?
Ik verlaat vanaf nu ons plek, het doet me niet veel meer. Ik verlaat het en kijk er nooit meer na terug. Ik word weer het onserieuze meisje, me gevoelens negeer ik weer en ik lach alles gewoon weer weg. Mij zal je nooit meer zo hard zien vallen
‘I love you’ was nooit gemeend, en ’ forever’ bestaat niet.